Kerstavonden in de jaren 70 hadden iets magisch. Niet omdat mensen in de jaren 70 nog vaker naar de kerk gingen. Ook niet omdat we allemaal een bloemetje in ons haar deden, of mijn favoriete muziek werd gezongen door mijn geliefde zwarte medemens, die daar voor de gelegenheid een kleurrijk pakje met brede olifantenpijpen voor aantrok. Neen. In de jaren 70 was mijn wereldbeeld gewoon anders dan nu. In de jaren 70 was ik tussen 6 en 16 jaar oud. Precies de leeftijd waarin je het leven leert kennen langs zijn mooie kant, tenminste als je vader niet Andreas Pandy heet, of je niet wordt opgepikt van school met de wagen van Marc Dutroux of Michel Nihoul.
Supertramp bezong deze levensfase zo treffend. "When I
was young, it seemed that life was so wonderful, a miracle, it was beautiful,
magical"
De dag voor kerstavond, was het altijd gezellig druk bij ons
in de keuken. Moeder lag de laatste hand aan de voorbereidingen voor het avondfeest.
Soms morrend, maar dat gemor probeerde ik te overstemmen met mijn enthousiasme
voor dit unieke feest van onze familie. Onze familie was niet groot en nooit
een warme familie. Maar met kerst, leek het even of we dat wel waren.
Maar niet de dag voor kerstavond. Dan was het nog zoals
tijdens de rest van het jaar. Moeder zwoegend in de keuken. Vader die zich
vooral bekommerde om zichzelf en of de deuren wel overal dicht waren en de
lichten alleen brandden waar het nodig was. Vader zag er ook op toe dat de
kinderen niet teveel geluid produceerden, en er in het huis geen activiteiten
plaatsvonden die met snelle bewegingen te maken hadden.
Maar die dag, was ik met plezier een soort hulpober.
Tafels dekken, eten op borden schikken, toastjes helpen smeren, glazen
klaarzetten. Aan het fornuis mocht ik meestal alleen toekijken. Moeder duldde
niet al te veel risico op falen, en deed daarom liefst alles wat kon misgaan
zelf.
Toch stoorde me dat niet, want ik verheugde me dan al op de
komst van mijn bomma's en bompa. Met wat geluk doken ook enkele nonkels op en
waren broers en zus ook op het appel, al of niet met vriendin of vriend. De
aangename kerstverlichting en sjiek gedekte tafel maakte het voor mij al feestelijk. En als mijn vader,
of ikzelf, wat kerstmuziek opzette voor de gelegenheid leek het even of ik in
het paradijs was beland.
Terwijl de schuimwijn koelde, begon ik bij het vallen van de
duisternis al reikhalzend uit te kijken naar de komst van mijn familieleden uit
Leuven. Meestal zag in mijn bomma's, bompa en nonkels alleen bij hen thuis in hun en mijn geboortestad. Maar deze kerstavond moest wel een bijzonder moment zijn, want alleen
op deze dag, maakten zij deze verre reis naar Keerbergen.
Het wachten duurde meestal langer dan ik kon verdragen. Maar
ik verbeet de pijn aan het grote raam, en vermaakte mezelf en de anderen door
af en toe, met veel overtuiging te roepen, "ja, ze zijn daar", waarop
iedereen plots heel zenuwachtig werd. Na enkele minuten had ik mijn
plezier wel gehad en stelde ik iedereen weer gerust door te bekennen dat ik
maar een grapje maakte.
Toen ik dan aangaf dat de colonne uit Leuven nu wel echt was aangekomen,
was er al lang niemand meer die me nog geloofde.
Eens de auto's met de nodige traagheid waren tot stilstand
gekomen, kwam bomma na verloop van tijd eindelijk met haar vele zakken van de
"Sarma" vol met cadeautjes op onze voordeur afgestapt. Nonkel Willy
zou er weer in zijn eentje voor zorgen dat onze bibliotheek een spectaculaire
uitbreiding kreeg, en bompa Jeanke bleef gewoon zijn grommende zelf, zich
afvragend waarom zijn vrouw en tevens mijn bomma Ghislaine weer zoveel
cadeautjes had gekocht.
Sporadisch herinner ik me ook de aanwezigheid van bomma
Maria en nonkel “mikke” en de Pirre (ook een nonkel). Zij brachten hoop op
betere cadeaus waar ik echt wat aan zou hebben.
Al gauw kon het eten, drinken en pakjes openen beginnen. Aan
die pakjes moesten we tijdig beginnen, anders haalden we het niet die avond.
Iedereen had namelijk een cadeautje gekocht voor iedereen, en we zaten allemaal
op hete kolen om pakjes te krijgen en uit te delen. Ik kan me geen spannender
moment voor de geest halen, dan die momenten net voor de pakjes opengingen op
kerstavonden in de jaren 70.
En toch waren die pakjes maar een goed excuus voor die ene
avond in het jaar, dat ik het gevoel had, een onderdeel te zijn van een
familie, die elkaar opzocht en een leuke tijd met elkaar wilde beleven, bij
kleurrijke gezellige verlichting, lekker eten en drinken. Met wat geluk
werd er na het eten ook nog met de kaarten gespeeld.
Naarmate de jaren 80 dichterbij kwamen, zeurde moeder steeds
meer over het vele werk dat zo'n feest met zich meebracht. Maar elk jaar,
zeurde ik nog harder om dat feest toch weer te laten doorgaan, als lichtpunt in
mijn wat eenzame bestaan als tiener in een familie, die er zelden één
was.
David Grietens
David Grietens